top of page

Maria Barnas

Het is echt, het is tv, De reconstructie van de werkelijkheid.

Volkskrant 11 November 2004

Drie kunstenaars kijken tv, en proberen de vinger te leggen op wat het medium is. Is het montage, is het geconstrueerd, of is de werkelijkheid te complex om weer te geven? En waarom geloof je niet dat Theo van Gogh vermoord is als het voor je huis gebeurt, maar wel als het op tv is?

 

Langs de Mauritskade in Amsterdam rennen agenten geagiteerd heen en weer. Een agente riep met een schrille stem: ‘Rechts, rechts!’ Rechts voor wie? Het was even stil en toen klonken de laatste doffe klappen. Tien, elf. Minstens twaalf schoten. Een agent in een blauw overhemd zakte in elkaar tegen een muur. Hij
hapte naar adem. Het lichaam kromp en het helle blauw van zijn hemd werd langzaam dof en toe bewoog hij zich niet meer. Een agent hing een lint met rood en witte strepen voor mijn huis. Ik zei dat ik mijn koffer nog uit de auto moest halen, maar ik werd naar binnen gestuurd en mocht niet meer naar buiten. Zo is het gebeurd. Ik had alles in me opgenomen. Maar het was net of ik naar een politieoefening had gekeken. Levensecht. In mijn woonkamer zag ik mijn straat op een televisiescherm: minuten eerder stond ik daar, waar de agent was neergeschoten, te aarzelen of ik mijn koffer uit de auto zou halen of toch maar naar binnen zou gaan. En pas toen ik mijn auto op tv zag, brak de werkelijkheid in me door. Een nieuwslezeres vertelde dat Theo van Gogh was neergestoken, en dat de achtervolging tot een schietpartij had geleid. Terwijl ik werd afgeschermd van de werkelijkheid voor mijn deur, werd ik geconfronteerd met een veel hardere versie ervan op tv. Een die tot me doordrong.

 

Het lint dat voor mijn huis werd gehangen, was als een scheidslijn tussen mij en de echte wereld. Maar aan welke kant van het lint bevond zich de echte wereld? De scheidslijn is is overal aanwezig. Als je het lint al kunt zien, is het een bedrieglijke en beweeglijke scheidslijn. Het is een lijn waarlangs kunstenaar Aam Solleveld zich beweegt. In de tentoonstelling Media Spaces in de Amsterdamse galerie Motive zijn van Solleveld (1969) tekeningen te zien van nieuwsstudio’s. Of eigenlijk zijn het benaderingen van ruimtes, decors waarin nieuwsfeiten worden gepresenteerd. Het zijn tekeningen van ruimtes zonder mensen. Het zijn de plekken waar voor een belangrijk deel het beeld ontstaat dat mensen hebben van de wereld waarin ze leven. Het zijn de plekken waar de werkelijkheid wordt gemonteerd of geconstrueerd.

 

Het zijn geen objectieve weergaven die Solleveld neerzet. Zoals een tekening waarop in eerste instantie een zwarte rol opvalt, die als een staart ligt opgekruld. Het zwart is met grove lijnen neergezet en doet denken aan een borstelige vacht. Het midden van de rol biedt ruimte voor een klein rond podium waar elk moment de nieuwslezers kunnen binnenkomen om een presentatie te gaan houden. De zwarte rol lijkt een decor dat het zicht op de werkelijkheid ontneemt en je vraagt je af hoe daar ooit een geloofwaardige uitspraak over de werkelijkheid gedaan kan worden. Het zwart zou ook publiek kunnen zijn, als één gemakzuchtig lichaam dat ter ontspanning voor de tv gaat hangen en zich neerlegt bij het nieuws. Of is het de nog niet geïnterpreteerde buitenwereld, die zich behaagziek om de studio krult en smeekt om aandacht. De snoeren van de microfoons waar niemand in spreekt vertakken zich en strekken zich richting de leegte buiten de studio. In de kelder van de galerie draait de video ‘Panorama’ waarin met een rustige camerabeweging het atelier van de kunstenaar is gefilmd, naar links, en na een snelle fade-out naar rechts, en weer terug. Bij elke zwenking van de camera wordt er iets aan het panorama toegevoegd, of wordt er iets weggehaald. Het is hierdoor meer dan een panorama, een geschiedenis van een kunstwerk. De manipulatie van de werkelijkheid die een completer beeld geeft. Waarmee de kunstenaar te kennen geeft dat haar weergave van de werkelijkheid net als het nieuws een constructie is. Zoals ook de blik van de toeschouwer altijd een constructie zal zijn.

Een goede tekening kan laag voor laag de beperkte mogelijkheden om de realiteit te ervaren laten zien. Het interessante aan tekeningen in dit verband is dat de tekening zelf onmiskenbaar echt is. Er is er maar een van, en je kunt anders dan in een video of een foto, getuige zijn van elke lijn die de kunstenaar heeft gemaakt. Een tekening kan weliswaar onnavolgbare werelden verbeelden, maar is in zichzelf een onverloochenbaar medium. Daar lijkt Solleveld zich van bewust, wanneer je naar de in- en in zwarte vlakken kijkt. Grafietpotlood zo dicht, dat het dik op het papier ligt. Alsof ze zichzelf tijdens het tekenen heeft afgevraagd: ‘Ben je ooit getuige van de realiteit? Kan je er aan deelnemen? Ben je er mede verantwoordelijk voor, kan je dieverantwoordelijkheid dragen? Ben je als toeschouwer medeplichtig aan de beeldvorming van de realiteit alleen al door er naar te kijken?’ (…)

bottom of page